Nou ben ik echt geen keukenprinses, maar soms kom je er niet onderuit. Onze tweede zoon was gisteren jarig en gewoontegetrouw vraag ik dan aan hem wat hij voor taart wil. In zijn geval had ik het antwoord kunnen raden: monchoutaart. Dus na mijn week noeste vlijt moest ik ook nog de keuken in (best een beetje zielig). Mijn animo om hieraan te beginnen, bevond zich (zoals je begrijpt) onder het vriespunt, maar beloofd is beloofd.
Eerst heb ik een simpel recept opgezocht. Van moeilijke raak ik snel ontmoedigd! Gelukkig is monchoutaart geen moeilijk te bereiden taart, maar met een beschrijving en een stappenplan kan ik beter uit de voeten dan het maar zo’n beetje te gokken. Het inslaan van de boodschappen hadden we ’s morgens gedaan in een supertempo, want ik had een strakke planning. Ik heb ook volgens traditie een setje nieuwe kleren voor onze jarige job gekocht (wit bewerkt shirt en korte jeans broek), voor de laatste keer, want nu is ie volwassen (waar blijft de tijd) en krijgt hij een kledingbudget. Zelf heb ik me tevreden gesteld met mijn roomwitte jurkje. Ik kreeg zelfs complimentjes (altijd leuk). Alle ingrediënten waren begin van de middag aanwezig, so far so good. Niets is immers zo frustrerend als tot de ontdekking komen dat er iets ontbreekt terwijl je tot je oksel in de ingrediënten zit.
Project monchou-taart kon worden gestart. Het verkruimelen van de kandijkoeken in de keukenmachine (al een oudje) verliep volgens plan. Hoewel ik hierbij moet vermelden dat er kruimels tussen de mengkom en het deksel blijven zitten die pas later (op een uiterst ongelegen moment) loslaten en zich (bijvoorbeeld) over je aanrecht verspreiden (minpuntje). De boter (nadat ik die uit het pakje had verwijderd en daarbij natuurlijk enorm vette vingers overhield, die ik dan weer moest wassen) heb ik gesmolten en toegevoegd aan het kruimelmengsel en dat vervolgens op de bodem uitgespreid. Dat liep soepeltjes. Zelfs ik wist het allemaal (behalve de kruimels) vrij netjes te houden (is er dan toch nog hoop?).
Daarna moest de springvorm de koelkast in en deze kruimelsubstantie diende af te koelen. Inmiddels was er apparaat één vies. Vervolgens was apparaat twee aan de beurt (mijn nieuwerwetse mixer ook wel kitchenaid genoemd). Daar heb ik de slagroom in geklopt (met een theedoek erover, omdat anders alles onder wordt gespetterd) en later de monchou met suiker. Weet je hoe vreselijk moeilijk het is om de monchou uit het pakje te verwijderen? Het liep uit op een waar gevecht. Natuurlijk kwam ik als overwinnaar uit de bus. Je moet wel laten merken wie de baas is. Helaas zat ik nu ook weer onder de viezigheid, dit keer monchou. Mijn winnaarsmentaliteit werd ernstig op de proef gesteld. Verbeten ging ik door. Omdat ik de keukenmachinebak in de aanrechtbak had gedeponeerd en niet meteen in de vaatwasser, was het een hele kunst om mijn handen te wassen.
Ondertussen was mijn aanrecht ook niet smetteloos meer. De kandijkoekkruimels lagen verspreid over het aanrecht, de slagroomspettertheedoek lag er ook als een vod bij. Verder had ik de verpakking van de monchou nog niet weggegooid, dus slingerde er ook nog rond. Need I say more? Je kunt je vast wel voorstellen hoe dat eruit zag. Normaal gesproken troost ik mezelf door alles af te likken, maar vanwege de gluten was dat niet handig.
En dan laat ik het allemaal los! Mijn voornemen om een clean en strak aanrecht te houden vergeten verdampt waar ik bij sta en knei ik lekker verder tot alles klaar is. Binnen een half uur is het dan echt een ravage. Ik merk dat ik dat ook ervaar in mijn challenge, zo van: ach, ik ben nu toch al fout bezig, wat kan het me schelen (het spreekwoord: beter ten halve gekeerd dan ten halve gedwaald gaat bij mij niet op). De foto boven dit blog is genomen op het moment dat ik de zaak nog onder controle had. Later had ik de moed niet meer om dit vast te leggen. Maar het eindresultaat mocht er zijn en smaakte lekker (heb ik van horen zeggen). Het opruimen na afloop zorgt er trouwens wel voor dat mijn enthousiasme naar het vriespunt daalt, maar ook dat hoort erbij (zucht). Voor mezelf heb ik een poging gedaan tot het maken van een suikervrije, glutenvrije boterkoek. Dat is niet echt gelukt. Het werd meer een soort brokkelzanddeeg. Lekker, dat wel, maar niet zoals ik het in mijn hoofd had. Een keukenprinses zal ik wel niet worden, maar dat kan me eigenlijk helemaal niet schelen!
Geef een reactie